Werkgeversaansprakelijkheid; de gladde vloer en een glijpartij
Een ongeval op de werkvloer: het kan eenieder overkomen. Dat betekent echter niet dat de werkgever klakkeloos achterover kan zitten. Op de werkgever rust dan ook een zorgplicht. Hij moet er alles aan doen om te voorkomen dat zijn werknemers schade oplopen op de werkvloer. Concreet komt dat er op neer dat hij een veilige werkomgeving moet creëren en zijn werknemers regelmatig veiligheidsinstructies moet verschaffen. Daarmee moet de kans op een ongeval zo veel mogelijk worden geminimaliseerd. Hiermee rust een grote verantwoordelijkheid op de schouders van de werkgever. Dat betekent echter niet dat een werkgever voor elk arbeidsongeval aansprakelijk wordt gehouden.

De feiten
Dat een werkgever niet altijd op draait voor de schade die zijn werknemer op de werkvloer lijdt, blijkt wel uit een recente uitspraak van het gerechtshof. Op 14 december 2021 liet het gerechtshof ’s-Hertogenbosch zich uit over de vraag of een werkgever aansprakelijk is voor de schade van één van zijn werknemers. De werkgever houdt zich bezig met de distributie en verkoop van tegels, badkamers en sanitair. Halverwege 2015 is een van zijn werknemers tijdens zijn werkzaamheden ten val gekomen in het magazijn. De oorzaak van deze val is gelegen in het feit dat de werknemer tijdens zijn werkzaamheden is uitgegleden over de vloer. Hierbij heeft de werknemer zijn heupkom/-kop gebroken. Om ervoor te zorgen dat de werknemer snel weer ter been is, heeft het ziekenhuis nog op dezelfde dag een heupprothese geplaatst bij de werknemer. Ruim een maand na het ongeval is de werknemer begonnen met zijn re-integratietraject. Vanaf dat moment werkte de werknemer twee uur per dag. Een jaar later is de werknemer opnieuw geopereerd. Bij deze revisieoperatie aan zijn heup is de werknemer volledig arbeidsongeschikt geraakt. Sindsdien ontvangt de werknemer een WIA-uitkering.
Nu stelt de werknemer zijn werkgever aansprakelijk voor het arbeidsongeval. Daartoe vordert de werknemer zowel een vergoeding voor zijn materiële als voor zijn immateriële schade. Volgens de werknemer heeft de werkgever hem niet goed ingewerkt. Ook stelt de werknemer dat de werkgever heeft nagelaten hem goed schoeisel te verstrekken. Tevens was volgens de werknemer sprake van een gevaarzettende situatie in het magazijn: het magazijn was onveilig, er was onvoldoende schoongemaakt en in het magazijn werden vloeistoffen opgeslagen en waren voertuigen aanwezig die olie lekten. De werkgever was volgens de werknemer dan ook gehouden om maatregelen te treffen in het magazijn. De werkgever betwist dit.
De beoordeling
De zaak komt eerst bij de rechtbank terecht. De rechtbank verzoekt de werkgever om te bewijzen dat hij zijn zorgplicht, die volgt uit artikel 7:658 lid 1 BW, heeft nageleefd. De werkgever slaagt hierin. De rechtbank is dan ook van mening dat de magazijnvloer aan het vereiste veiligheidsniveau voldoet. Daarmee komt vast te staan dat de werkgever zijn zorgplicht is nagekomen. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat er geen omstandigheden zijn aan te wijzen waaruit blijkt dat de werkgever verplicht was om maatregelen te treffen om het gevaar te voorkomen. De werkgever wordt door de rechtbank dan ook niet aansprakelijk gehouden voor het arbeidsongeval.
In hoger beroep staat vast dat de werknemer schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Volgens het gerechtshof staat de toedracht van het ongeval echter niet vast. Hiertoe was de werkgever verplicht om een directe melding van het ongeval bij de Inspectie SZW te doen. Aangezien de werkgever dit heeft nagelaten, moet de werkgever aantonen dat hij zijn zorgplicht ten aanzien van de vloer heeft nageleefd. Hij moet aldus laten zien dat hij er alles aan heeft gedaan om te voorkomen dat zijn werknemers zouden uitglijden. Het hof neemt bij deze beoordeling niet als uitgangspunt dat het lopen in een magazijn een gevaarzettende situatie oplevert. Het lopen over een magazijnvloer is immers niet anders dan een situatie die zich ook in het dagelijks leven kan voordoen. De werkgever is dan ook niet verplicht om zijn werknemers tegen ieder gevaar te beschermen: daarmee beoogt de wet geen absolute waarborg te scheppen voor werknemers.
Welke veiligheidsmaatregelen van een werkgever mogen worden verlangd en op welke wijze een werkgever zijn werknemers moet instrueren, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Hierbij wordt onder meer gekeken naar de aard van de werkzaamheden die een werknemer ten tijde van het ongeval verricht, naar getuigenverklaringen, of de werkgever een risico-inventarisatie en evaluatie heeft opgesteld en welke overige veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. Volgens het gerechtshof heeft de werkgever in onderhavige casus voldoende veiligheidsmaatregelen getroffen. Daardoor was de werkgever niet gehouden om nog meer maatregelen te nemen. De werkgever heeft dan ook niet zijn zorgplicht geschonden. Van werkgeversaansprakelijk is aldus geen sprake in deze casus.
Benieuwd naar de uitspraak? Klik dan hier.





