Tel. 035-2031162
E-mail: tim@vittorialaw.nl
Iban: NL67INGB0009432064
KvK: 80795358
Postadres: Vittoria Law | Elzenlaan 61|1214 KK Hilversum
Locatie: Olympisch Stadion 24 - 28 | 1076 DE Amsterdam
Werkgevers en werknemers opgelet: houdt het UWV goed in de gaten!
Na een (lange) ziekteperiode zal een werknemer vaak eerst in een re-integratietraject belanden voordat de normale werkzaamheden weer worden opgepakt. Tijdens dit re-integratietraject mag een werkgever een bepaalde inspanningsverplichting van de werknemer verwachten. Maar wat als het re-integratietraject vastloopt? Wat mag de werknemer dan van de werkgever verwachten? En wat mag de werkgever van de werknemer verwachten? Als een werkgever en een werknemer er samen niet uitkomen, kan een deskundigenoordeel worden aangevraagd bij het UWV. Maar wat als het UWV hierbij onzorgvuldig te werk gaat? Kan het UWV hier dan aansprakelijk voor worden gehouden?
De feiten
Daar heeft de rechtbank Amsterdam zich eind 2021 over uitgelaten. In deze zaak spelen de volgende feiten een rol. De ING-bank heeft bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) een deskundigenoordeel aangevraagd over de re-integratie-inspanningen van een medewerker van de bank. Hierbij heeft de bank aangegeven dat de werknemer onvoldoende re-integratie-inspanningen verricht, waardoor de bank voornemens was om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. De bank heeft de werknemer hier ook over geïnformeerd. De arbeidsdeskundige van het UWV komt in het deskundigenoordeel tot de conclusie dat de re-integratie-inspanningen van de werknemer voldoende zijn. Volgens de deskundige heeft de werknemer namelijk een geloofwaardige grond voor zijn nalatige werkzaamheden. Uiteindelijk bereiken de ING en de werknemer overeenstemming over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Een paar maanden later dient de bank een klacht over het deskundigenoordeel in bij het UWV. Deze klacht wordt door de klachtenambassadeur van het UWV gegrond verklaard. Hieruit volgt dat het eerder gedane deskundigenoordeel door het UWV niet aan de voorgeschreven kwaliteitseisen voldoet. Zo had de arbeidsdeskundige volgens de klachtenambassadeur geen oordeel mogen geven over de belastbaarheid van de werknemer. Bovendien heeft de deskundige de behandelingstermijn overschreden. De klachtenambassadeur geeft tevens aan dat de bank een schadeclaim mag indienen, indien zij hierdoor schade heeft geleden. Niet veel later dient de bank dan ook een schadeclaim in bij het UWV.
Het UWV ziet echter geen aanleiding om een vergoeding aan ING te betalen. Volgens het uitvoeringsinstituut kan het niet op grond van het deskundigenoordeel aansprakelijk worden geacht voor het achterstallige loon alsmede de transitievergoeding die de bank aan de werknemer heeft betaald. Reden hiervoor is volgens het UWV dat een deskundigenoordeel geen bindend advies is, waartegen geen rechtsgang open staat. Omdat het UWV niet wil meewerken, stelt de ING-bank het UWV aansprakelijk voor een gebrekkig deskundigenoordeel. Het UWV voert verweer. Volgens het UWV is aan geen enkel onderdeel van het leerstuk van de onrechtmatige daad voldaan.
De beoordeling
De rechter gaat eerst in op de vraag of het UWV onrechtmatig heeft gehandeld jegens de ING-bank. De enkele omstandigheid dat het UWV de beoordelingstermijn heeft overschreden betekent niet dat het UWV onrechtmatig heeft gehandeld. Hiervoor zijn bijkomende omstandigheden nodig. Het verstrekken van een gebrekkig deskundigenoordeel kan echter wel onrechtmatig zijn tegenover de direct betrokken werkgever en/of werknemer. Dat is onder meer het geval indien een deskundigenoordeel niet berust op zorgvuldig onderzoek, inhoudelijk onjuist is of niet (goed) verdedigbaar is. Aangezien de arbeidsdeskundige heeft nagelaten een verzekeringsarts in te schakelen en zelfstandig over de belastbaarheid van de werknemer heeft geoordeeld, is volgens sprake van ernstig onzorgvuldig handelen. Dit onrechtmatig handelen is volgens de rechter aan het UWV toe te rekenen.
Vervolgens gaat de rechter in op de vraag of er al dan niet een causaal verband bestaat. Dit moet volgens de rechter worden vastgesteld aan de hand van de vraag hoe het UWV zou hebben gehandeld indien het niet onrechtmatig had gehandeld. Daarbij moet de daadwerkelijke situatie worden vergeleken met de hypothetische situatie waarin de onrechtmatige gedraging niet zou hebben plaatsgevonden. Hierbij is het niet beslissend of het UWV een deskundigenoordeel met eenzelfde conclusie had kunnen geven, maar welk deskundigenoordeel zou zijn gegeven indien het UWV wel zorgvuldig had gehandeld. Een zorgvuldig onderzoek zou in deze zaak tot de conclusie hebben geleid dat de werknemer (verwijtbaar) niet aan zijn re-integratieverplichtingen heeft voldaan. Hiermee komt het causaal verband met de door ING gestelde schade vast te staan.
Daarmee komt de rechter toe aan de beoordeling van de vraag of aan het relativiteitsvereiste is voldaan. Uitgangspunt van dit vereiste is dat een norm in beginsel bescherming moet bieden aan iedereen die door de overtreding van deze norm schade kan lijden. Dit moet worden beoordeeld aan de hand van het doel en de strekking van de geschonden norm. Daarbij moet eveneens worden onderzocht tot welke personen en tot welke schade en welke wijzen van ontstaan de daarmee beoogde bescherming zich uitstrekt. Met de verplichting tot het aanvragen van een deskundigenoordeel wordt beoogd duidelijkheid te geven over een meningsverschil over het re-integratietraject. Dat het UWV bij het geven van een deskundigenoordeel zorgvuldig te werk moet gaan, strekt bij uitstek ter bescherming van de belangen van de aanvrager van het oordeel. Een gebrekkig deskundigenoordeel van het UWV valt dan ook in de verhouding tot de werkgever als aanvraag en dus binnen het vereiste persoonlijke beschermingsbereik van de geschonden norm. Daarmee komt zowel het relativiteitsvereiste alsmede de aansprakelijkheid van het UWV vast te staan.
Zowel de werkgever als de werknemer mogen van het UWV verwachten dat het zorgvuldig te werk gaat bij het opstellen van een deskundigenoordeel. Laat het UWV dit na? Dan kan het uitvoeringsinstituut aansprakelijk worden gesteld voor deze nalatigheid.
Benieuwd naar de uitspraak? Klik dan hier.
Gevestigd in Hilversum:
Elzenlaan 61 | 1214 KK | Hilversum
Bezoeklocaties:
Olympisch Stadion 24 - 28 | 1076 DE Amsterdam
Amersfoort
Krommestraat 70 | 3811 CD | Amersfoort