Aansprakelijkheid voor opstallen

Een opstal moet voldoen aan de eisen die men daar in de gegeven omstandigheden aan mag stellen. Voldoet een opstal echter niet aan deze eisen en wordt daardoor een bepaald gevaar in het leven geroepen voor personen of zaken, dan kan de bezitter van deze opstal op grond van artikel 6:174 BW aansprakelijk worden gehouden indien het gevaar dat hierdoor ontstaat zich verwezenlijkt.

De gedachte achter deze risicoaansprakelijkheid is gelegen in het feit dat het voor benadeelden een bijna onmogelijke taak is om uit te zoeken of het gebrek aan de opstal is ontstaan door een fout bij de bouw van de opstal, bij het onderhoud van de opstal of een andere oorzaak heeft.

Het begrip ‘opstal’ is geen duidelijk begrip. Daarom voorziet lid 4 van artikel 6:174 BW in een definitie. Op grond van dit lid zijn gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd (rechtstreeks dan wel door vereniging met andere gebouwen of werken) als opstal aan te merken. 

De aansprakelijkheid voor opstallen is niet absoluut. De bezitter van de opstal is niet aansprakelijk als de aansprakelijkheid op grond van de afdeling die ziet op onrechtmatige daad (oftewel artikel 6:162 BW) zou hebben ontbroken indien de bezitter op het tijdstip van het ontstaan van het gevaar op de hoogte was. De aansprakelijk gestelde persoon kan aldus aan aansprakelijkheid voorkomen indien hij zich succesvol weet te beroepen op een rechtvaardigingsgrond, op het ontbreken van relativiteit en/of op overmacht. 

Afsluitend

Heeft u te maken met aansprakelijkheid op grond van een gebrekkig opstal? Neemt u dan gerust contact op!

Tip: wilt u meer lezen over de aansprakelijkheid van de wegbeheerder voor een gebrekkige weg, klik dan hier.